Geplaatst op 16/02/2017

Evaluaties bij SAMWD

Vanuit de overtuiging dat een vergelijkende, beoordelende evaluatiecultuur niet meer beantwoordt aan de noden van het hedendaagse kunstonderricht, maakten we in september 2015 met het ganse leerkrachtenteam de overstap naar een ontwikkelingsgerichte evaluatiemethode.

Inleiding

In competentiegericht onderwijs zetten we in op een bredere benadering van het leren. Centraal staat dat de evaluatie niet enkel meer wil meten in welke mate leerlingen bepaalde doelen hebben bereikt, maar ook een instrument wil zijn dat het leren stimuleert. We verlaten de beoordelende praktijk en kiezen voor een begeleidingscultuur.

We engageren ons de artistieke competenties van elk van onze leerlingen zo ver mogelijk te ontwikkelen. Vanuit die intentie zijn onze evaluaties voedend : de evaluatie neemt de vorm aan van feedback die leerlingen helpt bewust een volgende stap te zetten in hun artistieke ontwikkeling.

Artistieke competenties

Artistieke competenties zijn bekwaamheden die je nodig hebt voor je artistieke praktijk. Voor elke competentie heb je kennis, vaardigheden en attitudes nodig. Je bent pas echt competent als je de competenties zelfstandig en in een authentieke context kan uitvoeren.

Hoe en wanneer evalueren we?
(Zelf)evaluatie vormt de rode draad door ons artistiek onderwijs. Wij vinden het van groot belang dat onze leerlingen in staat zijn om hun eigen leerproces te benoemen en in te schatten.

Permanente evaluatie. Voor ons zijn lesgeven, leren en evalueren onlosmakelijk met elkaar verbonden. Leerlingen en leerkrachten bepalen samen de te bereiken doelstellingen. Leerlingen krijgen aanwijzingen en feedback tijdens de les, ook met het oog op huiswerk, opdrachten,…

Daarnaast organiseren wij een waaier aan momenten waarop leerlingen kunnen tonen hoever ze staan op hun weg als vakman, performer, kunstenaar, onderzoeker, samenspeler : voorstellingen, leerlingenvoordrachten, klasconcerten, open lessen,…

Tweemaal per jaar gaan we door middel van een schriftelijke samenvatting in dialoog met de leerling (= dialoogmomenten) over de voorbije evaluatieperiode. De eerste evaluatieperiode loopt van september tot eind januari. De tweede evaluatieperiode start in februari en loopt af in juni.

Wie geeft feedback?

  • De vakleerkracht (is hoofdevaluator en eindverantwoordelijke)
  • De leerling als zelfevaluatie
  • Collega’s bij toonmomenten
  • Externe juryleden bij toonmomenten

Wanneer is een leerling geslaagd?
Alle leerlingen moeten voor alle vakken minimum tweemaal per jaar meewerken aan toonmomenten en minimum twee derde van de lessen hebben bijgewoond.

Leerlingen in de eindjaren (Muziek : Lagere 3 volwassenen – Lagere 4 kinderen – Middelbare 3 – Hogere 3 / Woord : Lagere 4 – Middelbare 3 – Hogere 3 / Dans : Lagere 2 volwassenen - Lagere 6 kinderen – Middelbare 3 – Hogere 3) moeten deelnemen aan een openbare proef voor een externe jury.

  • Een leerling is geslaagd voor een leerjaar als hij/zij alle opleidingsonderdelen voldoende beheerst.

  • Een leerling is niet geslaagd als de basiscompetenties niet behaald of nauwelijks in ontwikkeling zijn. Dit wordt gestaafd aan de hand van de permanente evaluatie van de vakleerkracht en de feedback van (minstens) één andere evaluator.

Als eindevaluator bepaalt de vakleerkracht of een leerling voldoende gevorderd is om voor zijn vak naar het volgende leerjaar te mogen overgaan.